Toespraak tot de Senaat op 7 oktober 2021

door Giorgio Agamben

vertaling van Intervento al Senato del 7 ottobre 2021 [1]
(24 oktober 2021)

Graag wil ik kort ingaan op twee punten waar ik de parlementsleden, die zullen moeten stemmen over de wetgeving ter vervanging van het decreet, op wil attenderen.

Het eerste is de evidente tegenstrijdigheid – ik onderstreep: evidente – in het onderhavige decreet. U weet dat de regering zich met een speciaal wetsdecreet, het zogenaamde ‘strafschild’ [2], nr. 44 van 2021, nu bij wet geregeld, heeft vrijgesteld van elke aansprakelijkheid voor schade die door vaccins wordt veroorzaakt. Hoe groot deze schade mogelijk is, blijkt uit het feit dat in artikel 3 van het decreet expliciet wordt verwezen naar de artikelen 589 en 590 van het wetboek van strafrecht, welke betrekking hebben op doodslag en het opzettelijk toebrengen van letsel.

Zoals gezaghebbende juristen hebben opgemerkt, voelt de staat niet de behoefte de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor een vaccin dat zich nog in de experimentele fase bevindt, maar wel om zijn burgers met alle middelen tot vaccinatie te dwingen, door te dreigen hen anders van het maatschappelijk leven uit te sluiten en hen nu zelfs, met het nieuwe decreet waarover u moet stemmen, te beroven van de mogelijkheid arbeid te verrichten.

Is er een op juridisch en moreel vlak abnormalere situatie denkbaar? Hoe kan de staat degenen die ervoor kiezen zich niet te laten vaccineren, beschuldigen van onverantwoordelijkheid, wanneer het dezelfde staat is die eerst formeel elke verantwoordelijkheid met betrekking tot de mogelijke ernstige gevolgen afwijst? – denk aan de vermelding van art. 589 en 590 van het Wetboek van Strafrecht aangaande het vaccin. Ik zou graag zien dat de parlementsleden nadenken over deze tegenstrijdigheid, die volgens mij werkelijk een juridisch gedrocht is.

Het tweede punt waarop ik u wil attenderen, betreft niet het medische probleem van het vaccin, maar het politieke vraagstuk van de Greenpass, wat niet met elkaar moet worden verward (wij zijn in het verleden wel vaker gevaccineerd, maar hoefden dan niet bij iedere verplaatsing een certificaat te overleggen). Er is door wetenschappers en artsen verklaard dat de Greenpass op zich geen enkele medische betekenis heeft, maar slechts tot doel heeft mensen tot vaccinatie te dwingen. Ik ben echter van mening dat ook het omgekeerde kan en moet worden gezegd, namelijk dat het vaccin mensen in feite dwingt een Greenpass te hebben, oftewel een middel waarmee hun bewegingen in ongekende mate kunnen worden gevolgd en getraceerd.

Politicologen weten al lang dat onze samenleving is veranderd van een, zoals men dat vroeger zei, ‘disciplinemaatschappij’ in een ‘controlemaatschappij’, gebaseerd op vrijwel onbeperkte digitale controle van individueel gedrag, dat aldus kwantificeerbaar wordt in algoritmes. Wij raken nu gewend aan deze controlemiddelen – maar in hoeverre zijn wij bereid deze controle te aanvaarden? Is het mogelijk dat de burgers van een maatschappij, die pretendeert democratisch te zijn, zich in een slechtere situatie bevinden dan de burgers van Stalin’s Sovjet-Unie? U weet dat Sovjetburgers een ‘propiska’ [3] moesten laten zien om van het ene land naar het andere te reizen, maar wij moeten iets dergelijks laten zien als wij naar de bioscoop of naar een restaurant willen gaan – en nu, nog ernstiger, als wij ons naar ons werk willen begeven. En hoe is het mogelijk te aanvaarden dat voor het eerst in de geschiedenis van Italië, na de fascistische wetten van 1938 met betrekking tot niet-Arische burgers, tweederangsburgers worden gecreëerd, die onderworpen zijn aan beperkingen die, vanuit een strikt juridisch standpunt – ik onderstreep: juridisch – in geen enkel opzicht onderdoen voor dat wat in die infame wetten was vastgelegd?

Alles wijst erop dat deze decreten, die elkaar opvolgen alsof zij door één persoon zijn uitgevaardigd, moeten worden aangemerkt als een proces van verandering van instituties en bestuursmodellen, dat des te verraderlijker is omdat het, zoals in het geval van het fascisme, wordt uitgevoerd zonder de tekst van de grondwet te wijzigen. Het model dat aldus geleidelijk wordt uitgehold en opgeheven is dat van de parlementaire democratieën, met hun grondwettelijke rechten en waarborgen, en daarvoor in de plaats komt een bestuursmodel waarin, in naam van de bioveiligheid en controle, de individuele vrijheden steeds meer aan banden worden gelegd.

De exclusieve focus op besmettingen en gezondheid verhindert ons zo de Grote Transformatie [4] waar te nemen die zich op politiek gebied voltrekt en belemmert ons er rekenschap van te nemen dat, zoals de regeringen zelf nooit moe worden ons te doen herinneren, veiligheid en noodtoestand geen voorbijgaande verschijnselen zijn, maar de nieuwe bestuursvorm uitmaken.

Met dit vooruitzicht is het meer dan ooit noodzakelijk dat de parlementsleden zeer goed nadenken over de voortschrijdende transformatie, die op termijn tot gevolg zal hebben dat de macht van het parlement wordt uitgehold en, zoals nu gebeurt, wordt beperkt, in naam van de bioveiligheid, tot het goedkeuren van decreten, afkomstig van organisaties en personen die weinig met het parlement van doen hebben.



――――――――――――    
  1. Deze tekst werd uitgesproken op 7 oktober 2021, en tweeëneenhalve week later, op 24 oktober, gepubliceerd op de site van Quodlibet. Klik hier voor de oorspronkelijke gesproken tekst.
  2. Met ‘strafschild’ wordt een regeling aangeduid die bestuurders in Italië kan vrijwaren van strafrechtelijke vervolging.
  3. Een ‘propiska’ was zowel een verblijfsvergunning als een reisdocument, zoals dat in het Russische Rijk vóór 1917 en in de Sovjet-Unie vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw werd gebruikt.
  4. Agamben refereert hier aan de ‘Great Reset’, een voorstel van het World Economic Forum (WEF) om, na de coronapandemie, de wereldeconomie opnieuw in te richten.