Een land zonder gezicht

door Giorgio Agamben

vertaling van Un paese senza volto
(8 oktober 2020)

‘Dat wat men gezicht noemt, kan bij geen enkel dier bestaan
maar wel bij de mens, en dit drukt het karakter uit.’ [1]
Cicero

Hoewel alle levende wezens zich ​​in de vrije natuur bewegen, zich aan elkaar laten zien en met elkaar communiceren, heeft alleen de mens een gezicht, maakt alleen de mens van zijn aanwezigheid en communicatie met andere mensen een fundamentele ervaring, maakt alleen de mens van zijn gezicht de plaats waar hij waarheid zoekt.

Wat het gezicht blootlegt en openbaart, is niet iets dat in woorden kan worden gevat, of in een eenvoudige zin kan worden geformuleerd. Met zijn eigen gezicht zet de mens zichzelf onbewust op het spel: het is door zijn gezicht – meer dan in taal – dat hij zichzelf uitdrukt en openbaart. En wat het gezicht uitdrukt, is niet alleen de gemoedstoestand van een individu, het is vooral de openheid, het zichzelf blootstellen en communiceren met andere mensen.

Dit is waarom het gezicht het domein is van de politiek. Dat dieren geen politiek kennen, komt  omdat dieren, die zich altijd in de vrije natuur begeven, hun blootstelling niet tot een probleem maken – ze beschouwen hun situatie als vanzelfsprekend. Daarom zijn dieren niet geïnteresseerd in spiegels, in het beeld als beeld. De mens daarentegen wil zichzelf herkennen en herkend worden, hij wil zich naar zijn eigen beeld vormen, hij zoekt daarin de waarheid. Zo vormt hij de vrije natuur om tot de wereld, tot een plaats van onophoudelijke politieke dialectiek.

Als mensen uitsluitend tekst zouden uitwisselen, louter dingen zouden benoemen, zou er nooit echt politiek zijn, maar alleen een overdracht van informatie. Maar aangezien mensen in de eerste plaats in alle openheid met elkaar communiceren, in de zin van pure communicatie, is het gezicht juist de voorwaarde voor politiek, dat waarnaar alles wat mensen zeggen en benoemen, is te herleiden. Het gezicht is in die zin de ware gemeenschap, het politieke domein bij uitstek. Door elkaar aan te kijken, herkennen mensen elkaar en voelen ze zich betrokken bij elkaar, zien ze gelijkenis en diversiteit, verwijdering maar ook toenadering.

Een land dat niet meer in het gezicht geïnteresseerd is, dat besluit het gezicht van iedere burger, waar die ook gaat, met een masker te bedekken, is een land dat de politiek in zijn geheel heeft afgezworen. In een kale, lege ruimte, waarin iedereen voortdurend onderworpen is aan grenzeloze controle, bewegen individuen zich dan geïsoleerd van elkaar, terwijl ze de direct zichtbare basis van hun gemeenschap hebben verloren en alleen nog maar in staat zijn informatie uit te wisselen met een naam die geen gezicht meer heeft.

8 oktober 2020
Giorgio Agamben





――――――――――――    
  1. Marcus Tullius Cicero – De Legibus, Liber primus, sectie 27: ‘[…] et is qui appellatur uultus, qui nullo in animante esse praeter hominem potest, indicat mores […]’
    Cicero (106 v.Chr. – 43 v.Chr. ) was een Romeins redenaar, politicus, advocaat en filosoof.

One thought on “Een land zonder gezicht”

Leave a Reply

Your email address will not be published.