Twee misplaatste begrippen

door Giorgio Agamben

vertaling van Due vocaboli infami
(10 juli 2020)

In de discussie rond de gezondheidsnoodtoestand duiken steeds weer twee misplaatste begrippen op, die overduidelijk als enige doel hebben degenen in diskrediet te brengen die wél blijven nadenken, ook wanneer de geest dreigt te worden verlamd door angst: ‘negationist’ en ‘complotdenker’.

Wat betreft de eerste term loont het niet hieraan veel woorden vuil te maken, aangezien degenen die dit begrip hanteren laten zien dat ze, doordat ze zonder geweten de vernietiging van de joden en de epidemie aan elkaar gelijkstellen, bewust of onbewust bijdragen aan het antisemitisme dat nog steeds wijdverbreid is in onze maatschappij, zowel bij rechts als bij links. Zoals Joodse vrienden, terecht beledigd, suggereren, zou het passend zijn als de Joodse gemeenschap zich uit zou spreken tegen het ongepaste gebruik van deze term.

In plaats daarvan is het de moeite waard stil te staan ​​bij de tweede term, die getuigt van een werkelijk verbazingwekkend gebrek aan kennis van de geschiedenis. Iedereen die bekend is met het onderzoek van historici weet verdraaid goed dat de gebeurtenissen die zij reconstrueren en in een context plaatsen het resultaat zijn van plannen en acties die vaak worden gecoördineerd door individuen, groepen en facties die hun doel tot elke prijs willen verwezenlijken. Hier drie voorbeelden onder ontelbaar vele andere, die elk het einde van een tijdperk en het begin van een nieuwe historische periode markeerden.

In 415 voor Christus zet Alcibiades [1] zijn prestige, zijn rijkdom en alles wat binnen zijn macht valt, op het spel om de Atheners te overtuigen een ​​expeditie naar Sicilië te ondernemen die later rampzalig zal blijken te zijn en die zal samenvallen met het einde van de heerschappij van Athene. Zijn tegenstanders, die profiteren van de verminking van de standbeelden van Hermes die enkele dagen voor het vertrek van de expeditie plaatsvonden, verzamelen op hun beurt valse getuigenissen en spannen tegen Alcibiades samen om hem ter dood te veroordelen wegens goddeloosheid.

Op 18 Brumaire (9 november 1799) werpt Napoleon Bonaparte, die trouw had gezworen aan de grondwet van de republiek, het Directoire omver met een staatsgreep, en wordt hij uitgeroepen tot eerste consul met volledige bevoegdheden, waarmee een einde komt aan de revolutie. In de voorgaande dagen had Napoleon een ontmoeting gehad met Emmanuel Joseph Sieyès [2], Joseph Fouché [3] en Lucien Bonaparte [4] om een complot te smeden waarmee het verwachte verzet van de Raad van Vijfhonderd [5] kon worden gebroken.

Op 28 oktober 1922 vindt de mars naar Rome plaats van ongeveer 25.000 fascisten. In de maanden hieraan voorafgaand legt Benito Mussolini, die deze gebeurtenis had voorbereid met de toekomstige triumvirs Cesare Maria De Vecchi [6], Emilio De Bono [7] en Michele Bianchi [8], contact met premier Luigi Facta [9], met Gabriele D’Annunzio [10] en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven (volgens sommigen zou hij zelfs in het geheim de koning hebben ontmoet) om mogelijke allianties en eventuele reacties af te tasten. In een soort generale repetitie gaan de fascisten, op 2 augustus, over tot een militaire bezetting van Ancona.

Bij alle drie deze gebeurtenissen hebben individuen, die zich in groepen of partijen hadden verenigd, resoluut gehandeld om de doelen te bereiken die ze zichzelf hadden gesteld, waarbij ze steeds weer min of meer voorzienbare omstandigheden creëerden en hun strategie daarop baseerden. Natuurlijk, zoals bij elke menselijke onderneming, speelt toeval een rol, maar de menselijke geschiedenis verklaren aan de hand van toeval heeft geen zin en geen enkele serieuze historicus zou dat ooit doen. Het is dan ook niet nodig om van een ‘complot’ te spreken, maar degenen die zeggen dat complotdenkers historici zijn die proberen complotten in detail te reconstrueren, getuigen van onwetendheid, zo niet idiotie.

Het is daarom des te verbazingwekkender dat we dit blijven doen in een land als Italië, waarvan de recente geschiedenis zozeer het resultaat is van intriges en geheime genootschappen, bewegingen en allerlei soorten samenzweringen, dat historici nog steeds niet in staat zijn om veel van de beslissende gebeurtenissen van de afgelopen vijftig jaar het hoofd te bieden, van de bommen op Piazza Fontana [11] tot de ontvoering van Aldo Moro [12]. Dit is zozeer het geval, dat president Francesco Cossiga [13] destijds zelf verklaarde dat hij actief deel uitmaakte van een van deze geheime genootschappen, bekend onder de naam Gladio.[14]

Wat betreft de epidemie: betrouwbaar onderzoek toont aan dat deze zeker niet onverwachts kwam. Zoals Patrick Zylberman in zijn boek ‘Tempêtes microbiennes’ [15] helder uiteenzet, had de Wereldgezondheidsorganisatie al in 2005, ter gelegenheid van de vogelgriep, een scenario als het huidige klaarliggen, dat aan regeringen werd voorgesteld als een manier om de onvoorwaardelijke steun van burgers te kunnen garanderen. Bill Gates, de belangrijkste financier van die organisatie, heeft zijn opvattingen over de risico’s van een pandemie bij verschillende gelegenheden bekend gemaakt, die volgens zijn voorspellingen miljoenen doden zouden veroorzaken en waarop men zich moest voorbereiden. Zo organiseerde het Amerikaanse Johns-Hopkins Center in 2019, in een onderzoek dat werd gefinancierd door de Bill and Melinda Gates Foundation, een simulatieoefening van de coronaviruspandemie, genaamd ‘Event 201’, [16] waarbij experts en epidemiologen werden samengebracht om een ​​gecoördineerde reactie voor te bereiden in het geval er een nieuw virus zou opduiken.

Zoals altijd in de geschiedenis, zijn er ook in dit geval mensen en organisaties die legale of illegale doelstellingen nastreven en deze met alle middelen proberen te verwezenlijken, en het is belangrijk dat degenen die willen begrijpen wat er gebeurt, dit inzien en er rekenschap van nemen. Het spreken over een complot voegt daarom niets toe aan de realiteit van de feiten. Maar om degenen, die willen begrijpen wat een historische gebeurtenis inhoudt, complotdenkers te noemen is gewoonweg misplaatst.

10 juli 2020
Giorgio Agamben



――――――――――――    
  1. Alcibiades was een omstreden Atheens politicus en veldheer uit de tweede helft van de 5e eeuw v.Chr., die een sleutelrol speelde in de afloop van de Peloponnesische Oorlog.
  2. Emmanuel Joseph Sieyès (1748 – 1836) was een Franse abbé, politicus, grondwetspecialist en revolutionair, en was een sleutelfiguur uit de Franse Revolutie.
  3. Joseph Fouché (1759 – 1820) was een staatsman tijdens de Franse Revolutie en het napoleontische tijdperk en onder andere minister van politie onder het Directorium, het Consulaat en het Keizerrijk.
  4. Lucien Bonaparte (1775 – 1840), de jongere broer van Napoleon Bonaparte, was aan het einde van de Franse Revolutie de laatste president van de Raad van Vijfhonderd.
  5. De Raad van Vijfhonderd (Frans: Conseil des Cinq-Cents) was het lagerhuis van het Franse parlement tijdens de tweede helft van de Franse Revolutie.
  6. Cesare Maria De Vecchi (1884 – 1959) was een Italiaans generaal, politicus en diplomaat. Hij was quadrumvirate van de Mars op Rome en minister van Nationaal Onderwijs.
  7. Emilio De Bono (1866 – 1944) was een Italiaans generaal, fascistisch activist, maarschalk en lid van de Fascistische Grote Raad (Gran Consiglio del Fascismo).
  8. Michele Bianchi (1882 – 1930) was een van de oprichters van de fascistische beweging, en werd algemeen beschouwd als de dominante leider van de linkse, syndicalistische vleugel van de Nationale Fascistische Partij.
  9. Luigi Facta (1861 – 1930) was een Italiaans politicus, advocaat en journalist en de laatste eerste minister van Italië vóór het leiderschap van Benito Mussolini.
  10. Gabriele d’Annunzio (1863 – 1938) was een Italiaanse dichter, toneelschrijver, redenaar, journalist, aristocraat en legerofficier tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij nam een prominente plaats in in de Italiaanse literatuur van 1889 tot 1910 en later in het politieke leven van 1914 tot 1924.
  11. De bomaanslag op het Piazza Fontana (Italiaans: ‘Strage di Piazza Fontana’) was een terroristische aanslag die plaatsvond op 12 december 1969. Een bom ontplofte bij het hoofdkantoor van de Banca Nazionale dell’Agricoltura (de Nationale Landbouwbank) op het Piazza Fontana (bij de Duomo) in Milaan, Italië, waarbij 17 mensen om het leven kwamen en 88 gewond raakten. Dezelfde middag werden nog drie bommen tot ontploffing gebracht in Rome en Milaan. Na tal van studies en rechtszaken kwam het niet tot een veroordeling.
  12. Aldo Moro (1916 – 1978) was een Italiaans staatsman en een vooraanstaand lid van de Christendemocratie. Hij was 38e minister-president van Italië van december 1963 tot juni 1968 en vervolgens van november 1974 tot juli 1976. Op 16 maart 1978 werd Moro ontvoerd door de ‘Rode Brigades’. Toen duidelijk werd dat de regering niet wilde onderhandelen over Moro’s vrijlating, hielden de Rode Brigades een ‘volksproces’, waarbij Moro schuldig werd bevonden en ter dood werd veroordeeld; zijn lichaam werd gevonden op 9 mei 1978.
  13. Francesco Cossiga (1928 – 2010) was een Italiaans politicus. Hij was lid van de Christen-Democratische Partij van Italië en was van 1979 tot 1980 premier van Italië en van 1985 tot 1992 president van Italië. Cossiga wordt algemeen beschouwd als een van de meest prominente en invloedrijke politici van de Eerste Republiek.
  14. Operatie Gladio was een in 1952 gestart geheim netwerk in Italië, gesponsord door de CIA en de NAVO, om in geval van een communistische machtsovername in Italië of bij een Russische inval in andere landen het verzet te organiseren.
  15. Patrick Zylberman – Tempêtes microbiennes. Essai sur la politique de sécurité sanitaire dans le monde transatlantiqueGallimard, 2013
  16. ‘Event 201’ was een pandemieoefening, gehouden op 18 oktober 2019 in New York, en was georganiseerd door het ‘Johns Hopkins Center for Health Security’ in samenwerking met het ‘World Economic Forum’ en de ‘Bill and Melinda Gates Foundation’.

Leave a Reply

Your email address will not be published.